Een ereloonsupplement is een bijkomend bedrag dat een arts mag aanrekenen bovenop het officiële tarief. Dit supplement moet de patiënt zelf betalen. Bij een ziekenhuisopname mogen enkel ereloonsupplementen aangerekend worden als de patiënt zelf kiest voor een eenpersoonskamer, en niet in één van de volgende situaties :

  • bij spoedopnames ;
  • een opname in de afdeling intensieve zorgen ;
  • als de gezondheidstoestand een eenpersoonskamer vereist ;
  • als er geen meerpersoonskamers beschikbaar zijn ;
  • bij de opname van een kind met begeleidende ouder en er geen document voor een eenpersoonskamer werd ondertekend.

Het ereloonsupplement wordt berekend als een extra percentage op het volledig ereloon, dat vergoed wordt door de verplichte ziekteverzekering, plus het remgeld dat sowieso ten laste is van de patiënt.

Klik hier voor een voorbeeld

Nemen we als voorbeeld een prestatie waar de verplichte verzekering officieel tussenkomt voor een bedrag van 75 euro en waarbij de patiënt 25 euro remgeld betaalt. Een arts die een ereloonsupplement van 100% hanteert, zal de patiënt dan een bijkomend bedrag van 100 euro aanrekenen.

Er zijn verschillende zorgverstrekkingen met een ziekenhuisopname die volledig vergoed worden door de ziekteverzekering, waarbij dus geen remgeld wordt aangerekend. Tenzij een ereloonsupplement wordt aangerekend, zal de patiënt niets moeten betalen voor deze prestaties. Zo wordt voor een extracapsulaire lensextractie bij cataract het officiële tarief van 504 euro integraal ten laste genomen door de ziekteverzekering, waarbij de patiënt 0 euro remgeld betaald. Een arts die een ereloonsupplement van 100% hanteert, zal de patiënt dan een bijkomend bedrag van 504 euro aanrekenen.

Elk ziekenhuis bepaalt het maximum ereloonpercentage dat de artsen mogen aanrekenen. Doorgaans situeert zich dit tussen de 100% en 300%. Dit maximumpercentage is niet hetzelfde als het effectief aangerekende percentage. Tijdens een verblijf zijn er meerdere erelonen (voor de chirurgie, voor de anesthesie, onderzoeken van klinische biologie, medische prestaties …). De ereloonsupplementen kunnen toegepast worden op één, meerdere of alle prestaties (behalve in situaties waar dit verboden is). Het opgegeven percentage is een maximumpercentage, maar doorgaans is dit lager en het is verschillend voor ieder verblijf.

De ereloonsupplementen en het remgeld zijn niet de enige kosten die ten laste zijn van de patiënt. Er zijn ook nog kamer- en comfortsupplementen, implantaten en bepaalde geneesmiddelen die niet terugbetaald worden door verplichte ziekteverzekering. Er bestaan wel bijkomende ziektekostenverzekeringen die voor een aantal van deze kosten tussenkomen. De patiënt moet deze zelf of via zijn werkgever afsluiten, en hier zijn bepaalde voorwaarden aan verbonden.

Hieronder verzamelen we een aantal kerncijfers omtrent de ereloonsupplementen bij ziekenhuisverblijven uit de IMA Atlas. In de Atlas zelf vindt u meer gedetailleerde informatie terug per type ziekenhuisverblijf en per ziekenhuis.

Methodologie

In deze tekst bekijken we de ereloonsupplementen die werden aangerekend voor ziekenhuisopnames (klassiek en dagverblijf) en niet de ereloonsupplementen op andere prestaties. De ereloonsupplementen zijn afgeleid van de ziekenhuisfactuur die het ziekenfonds ontvangt.

De cijfers hebben betrekking op alle bestaande ziekenhuizen in de referentiejaren. Het gaat zowel om algemene als universitaire ziekenhuizen. Indien een ziekenhuis meerdere vestigingen of campussen heeft, worden alle gegevens toegekend aan de vestiging die is verbonden met het erkenningsnummer. Bv. de prestaties van een vestiging in Waals-Brabant kunnen toegekend worden aan een hoofdzetel in Brussel. Bij geaggregeerde statistieken per bv. gewest, zullen deze prestaties meegeteld worden voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Séjours avec suppléments d’honoraires

In België wordt bij 12,8% van alle ziekenhuisopnames een ereloonsupplement aangerekend. Dit gebeurt vaker bij klassieke opnames (20%) dan bij dagverblijf (7,4%).

Tussen de verschillende ziekenhuizen zijn er grote verschillen. Een aantal ziekenhuizen vragen zowel voor klassieke opnames als voor daghospitalisatie vaak een supplement, sommige ziekenhuizen doen dit zelden, vooral voor dagopnames.

Gemiddeld ereloonsupplementpercentage per ziekenhuis

Het gemiddelde percentage van het ereloonsupplement (voor verblijven waarbij dit werd aangerekend) was in 2021 105,8%. Dat is een stijging ten opzichte van 2020, toen dit 99,7% bedroeg. Voor opnames met patiënten met COVID-19 mochten geen ereloonsupplementen aangerekend worden, wat deels een verklaring is voor het lagere percentage in 2020, toen de ziekenhuizen niet-dringende zorg vaak moesten uitstellen. Voor dagverblijven is het percentage hoger dan voor klassieke opnames.

De gemiddelde percentages van de ereloonsupplementen verschillen sterk tussen de ziekenhuizen, zelfs als ze hetzelfde maximumpercentage hanteren. Het effectieve percentage kan lager liggen omdat niet alle artsen die bij een opname prestaties verrichten, (altijd) een ereloonsupplement aanrekenen of niet het maximumpercentage.

Globaal percentage ereloonsupplementen

Het gemiddelde percentage van het ereloonsupplement voor alle verblijven, ook deze zonder ereloonsupplement, was in 2021 18,6%. Dat wil zeggen dat het totaalbedrag van de ereloonsupplementen die door de ziekenhuizen werden aangerekend bijna een vijfde is van het bedrag dat de ziekenhuizen ontvangen via de verplichte ziekteverzekering en het remgeld. Het percentage ligt hoger bij de klassieke verblijven dan bij de dagverblijven.

Ook hier zijn er grote verschillen tussen de ziekenhuizen, gaande van een gemiddeld ereloonsupplementpercentage van ca. 7% tot iets meer dan 100%.